Onderbouw
Jij hebt de bol wol vast en zegt: "ik heb een spijkerbroek aan, Job heeft vandaag ook een spijkerbroek aan". Je gooit de bol wol naar Job, máár, je houdt zelf het uiteinde vast. Dan is Job aan de beurt. Wat heeft hij hetzelfde als een ander kind uit de groep? Job heeft bijv. bruin haar, net als Sanne. Job pakt een stuk touw vast en gooit de bol dan naar Sanne. Zo gaat de bol wol de kring rond en ontstaat er in het midden een mooi spinnenweb!
Met enige fantasie kun je dit spel ook op allerlei andere manieren spelen, bijv. als weekendkring om over het weekend te vertellen. Iemand kan dan vertellen "ik ben naar oma geweest" en gooit de bol naar iemand die ook bij oma is geweest. Dat kind is bijv. ook gaan zwemmen en gooit de bol naar iemand die ook heeft gezwommen, etc.